Reisverhaal «rondreis Tanzania + beklimming van de Kilimanjaro»

Reizen voor mei 2007 | Tanzania | 0 Reacties 05 November 1994 - Laatste Aanpassing 30 April 2011

Dit wordt ons eerste avontuur ergens midden in Afrika. We weten bitterweinig hoe we dit continent moeten bereizen. Vandaar dat we onze tocht grotendeels laten voorbereiden door een Duitser die reeds jaren in het land woont. Hij werd ons aangeraden door een collega van Herlinde dat jaren in Tanzania gewoond heeft. Hij heeft hele goeie contacten met de lokale bevolking. Daardoor kan hij enkele unieke programma’s voorstellen.
 
Onze reis wordt ingedeeld in 3 delen. Eerst maken we een meerdaagse wandeling door het Mondulu rainforest, daarna gaan we enkele dagen op safari om onze reis te eindigen met het hoogtepunt, de top van de Kilimanjaro beklimmen via een alternatieve route met tenten.
 
We vliegen met KLM van Brussel naar Zaventem in de vroege ochtend. In de voormiddag is de vlucht vanuit Amsterdam voorzien naar Arusha. Door een technisch probleem wordt onze vlucht uitgesteld, we kunnen pas vertrekken in de vooravond. We komen ’s morgens vroeg aan op ons einddoel, we worden door een chauffeur, Malawi genaamd, van Tropical tours, naar ons hotel gebracht. 2 uren later staat Malawi opnieuw aan ons hotel. Onze tocht door het Mondulu rainforest en de Masai bevolking kan beginnen.
 
Met de Landrover worden we gebracht aan het huis van Guzinsky, onze touroperator. Hij woont er in een prachtig niet al te groot rond huis op een heuveltop met een immens uitzicht over de uitgestrekte vlakte tot  aan de Mondulu mountains. De regen wordt opgevangen voor de watervoorzieningen, de zonnepanelen maken de nodige elektriciteit. Hier wordt alle bagage ingepakt en kan onze 3 daagse trekking door het Mondulu rainforest beginnen.
We rijden met de Landrover verder over een heel moeilijke zandweg tot aan een omgevallen boom waar de helse autorit eindigt. Van hieruit start onze wandeltocht. We worden vergezeld door de Masai gids John, de kok Jackson en 2 dragers. We worden door hen bediend als koningen. We maken een prachtige tocht in het regenwoud. We maken kennis met de Masai bevolking.
 
Het 2de deel van onze reis, we gaan op jeepsafari, opnieuw met de tent. We verkennen meerdere nationale parken.
We genieten van de vele wilde dieren in Lake Manyara national park, Ngorongoro krater national park, Tarangine national park. 
We zien ongelooflijk veel dieren en vogels : o.a. blue monkey, baboon, impala, warthogs
Helmeted guineofowl, giraffen, Egyption goose, hippos, wildebeest, zebra, fround hornbill, zwarte snuitaapjes, white brown coca, long tailed fiscal, white backed vultune, marabou stork, arenden, grand gazelle, eland, reino, tompson gazelle, crowned craine, leeuwen, hipo, struisvogels, rhino, haas, blacksmith plover, waterbuffels, sadlebill stork, mongoose, swames dik dik, olifanten, southern bushbuck, reedbuck, saddle bill, yellow bird stork, fred billed hornbill, grown hornbill, leopard, Philips dik dik, buffes, wathobs, secretary bird, black backed jackal, …
We bezoeken tussen de parken door ook een kliniek in Mto Wa Mbu waar we een groot pak medicijnen afgeven dat we hadden meegekregen vanuit België.
 
Het 3de deel van onze reis wordt voor ons het hoogtepunt, de beklimming van de Kilimanjaro, 5895 meter hoog, in 6 dagen via een alternatieve weg.
Na het voltooien van alle boodschappen, vertrekken we richting Kilimanjaro national park. Onze ploeg bestaat uit 11 mensen. We hebben elk onze gids, John en Simon, een derde, verplichte gids van het nationale park, onze kok Jackson en een reeks dragers. 
Aan de ingang van het park, wordt alle bagage gewogen. Per persoon mag maar 15 kg gedragen worden. Dit is een groot verschil met Azië, hier worden de dragers beschermd tegen overgewicht. Dit lijkt ons een goed principe.
We hebben gekozen voor de alternatieve route, hier noemen ze dat de whisky route. Langs deze weg staan geen hutten voor ons, alleen metalen hutjes waarin het voor ons onmogelijk is enkele minuten te verblijven, door de dikke rook. In de hut maken ze een houtvuur om te koken en zich te verwarmen. Onze ploeg slaapt ook in deze hutjes. Voor ons zetten ze dagelijks een iglo-tentje. De eerste dag stijgen we 1600 meter in 6 uren. We lopen verder rond de berg, dagelijks logeren we wat hoger. De 4de dag eten we ’s middags warm, daarna klimmen we tot bijna 5000 meter. De meeste dragers en de kok stappen verder naar onze volgende overnachtingsplaats, ze stappen niet hoger. Na een zeer korte nacht worden we rond middernacht wakker gemaakt om de top aan te vallen. Van hieruit hebben we 10 uren nodig om de laatste 900 meters te stijgen tot aan de top. Onderweg krijgt Marc barstende hoofdpijn, kotst onderweg zijn eten van de middag ervoor uit, verder weet hij niet meer waar hij zijn voeten zet. Onze gidsen blijven ons motiveren, op den duur sleurt de gids John Marc naar de top. Eenmaal aan de top, nemen we vlug foto’s van de prachtige ijswanden en de omgeving en keren terug, ditmaal langs de klassieke route, de Coca Cola route genoemd hier, naar Gillmont’s point (ongeveer 5600 m hoog). Hier nemen we wat rust, de hoofdpijn is iets geminderd. Daarna dalen we nog meer dan 2000 meter naar de refuge waar de dragers en onze kok verblijven. Hier worden we getrakteerd door Jackson met al wat we graag lusten. Hij heeft zelfs pannenkoeken gebakken. We zijn echter te moe om zijn vele kookkunsten te waarderen. De laatste dag keren we terug naar ons beginpunt waar onze chauffeur ons opnieuw opwacht. Hij is opgelucht dat we het gehaald hebben. 
Achteraf bleek dat onze gids John nog nooit op de top geweest was. Wij hadden hem meegevraagd als gids. Hij was super gemotiveerd om de top te halen. Het was zijn unieke kans. Zonder John had Marc waarschijnlijk de top niet gehaald. Het was misschien ook niet zo verantwoord om met een hevige hoofdpijn en duizeligheid door te stappen naar nog hogere oorden.
Voor de beklimming naar de top hadden we ons goed ingesmeerd met zonnecreme van een hoge factor. Tijdens de tocht naar de top was het superkoud, we hadden nochtans al onze kleren aangetrokken, zonder het te beseffen lieten we ons levend verbranden door de hoogte. De blaren op Herlindes gezicht etterden tegen het moment dat we onze slaapplaats bereikten.
 
Onze laatste dag in Arusha zijn we vrij. We willen luieren in de stad en de buurt verkennen. Na enkele uren hebben we ons bezoek aan de stad afgerond en hebben we ons opgesloten in de tuin van het hotel. Het is ongelooflijk hoe de opdringerige zwarte bevolking kan zagen om je een tour aan te bieden, zo hard zelfs dat je op de duur gaat lopen. 
Zelfs in het postkantoor bedelt men. Nadat Marc postzegels kocht, moet hij wachten op zijn wisselgeld. De bediende geeft muntje per muntje terug in de hoop dat Marc zou zeggen dat ze de rest van het wisselgeld mag houden. 
We zien een blanke zakenman stoppen aan een restaurant, hij plaatst zijn auto voor de deur, een zwarte man blijft achteraan in de pick-up zitten, hij dient als levend alarm, hij moet de auto beschermen tegen diefstal. 
Het geeft ook een vreemd gevoel als enige blanke tussen de zwarte bevolking rond te lopen. Hoe moeten zij zich voelen wanneer ze bij ons rondlopen, het is absoluut niet aangenaam om de hele tijd bekeken te worden. 
 
Deze reis is een prachtige ervaring geweest. Het doet ons wel besluiten dat Afrika niet ons favoriet continent is. Het heeft nochtans veel prachtige natuur te bieden. De mentaliteit van de mensen is onbegrijpelijk voor ons.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking